Finserad Finserad Finserad Finserad
  • HOME
  • WIE ZIJN WIJ
  • DIENSTEN
  • NIEUWS
  • CONTACT
Finserad Finserad
  • HOME
  • WIE ZIJN WIJ
  • DIENSTEN
  • NIEUWS
  • CONTACT
feb 16

Kamerbrief toekomst box 3

  • 16 februari 2023
  • blamadmin
  • Inkomstenbelasting

De staatssecretaris van Financiën heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de belastingheffing in box 3. In de brief gaat hij in op de planning voor de invoering van een stelsel op basis van het werkelijk behaalde rendement en op verfijning van het huidige forfaitaire stelsel als alternatief. Als andere mogelijke alternatieven noemt de staatssecretaris een vermogenswinstbelasting, een vermogensbelasting of het inhouden door financiële instellingen van belasting op het rendement op spaargeld en effecten. Op deze alternatieven gaat de staatssecretaris nu niet in. In een volgende brief zal de staatssecretaris ingaan op mogelijke verfijningen van het forfaitaire stelsel voor de belastingjaren 2024 en 2025.

Planning

Het wetsvoorstel moet in het eerste kwartaal van 2023 in concept gereed zijn en kan dan worden aangeboden voor internetconsultatie. In het eerste kwartaal van 2024 moet het wetsvoorstel ingediend kunnen worden bij de Tweede Kamer. Uiterlijk in december 2024 moet het wetgevende proces zijn afgerond en moet de wet in het Staatsblad gepubliceerd worden. Per 1 januari 2026 moet de wet in werking treden.

Alternatieven op basis van de Overbruggingswet box 3

Een stelsel op basis van werkelijk rendement is ingewikkelder voor belastingplichtigen en voor de Belastingdienst dan een forfaitair stelsel. Om die reden zou de voorkeur uit kunnen gaan naar een forfaitair stelsel, met een aantal verfijningen.

Meer categorieën

Een van de mogelijkheden daartoe is een uitbreiding van het aantal vermogenscategorieën met een eigen rendementspercentage. De huidige categorieën zijn vrij ruim, waardoor de spreiding van het rendement binnen de categorie groot kan zijn. Door uit te gaan van meer categorieën zal het forfaitaire rendement beter aansluiten bij het werkelijke rendement. Bij uitbreiding van het aantal categorieën verdient het de voorkeur dat de Belastingdienst de vermogensbestanddelen binnen de juiste categorie in de aangifte kan voorinvullen. Een eerste aanzet kan zijn om uit te gaan van de categorieën die nu in de aangifte inkomstenbelasting worden onderscheiden. Dat zijn banktegoeden, effecten, contant geld, vorderingen, onroerende zaken, het niet-vrijgestelde deel van kapitaalverzekeringen, rechten op periodieke uitkeringen, nettolijfrente en -pensioen, overige bezittingen, schulden voor onroerende zaken en andere schulden.

In aanvulling hierop is gekeken naar een nadere uitsplitsing van de categorie effecten. Beleggingen in obligaties leveren gemiddeld een lager rendement op dan aandelen. Met een afzonderlijk forfait voor obligaties en voor aandelen zou het werkelijke rendement beter benaderd worden. Dat is lastig bij beleggingsfondsen met een wisselende vermogenssamenstelling.

Ook binnen de categorie onroerende zaken kan onderscheid gemaakt worden, bijvoorbeeld tussen woningen en niet-woningen en tussen verhuurde en niet-verhuurde onroerende zaken. De belastingplichtige zal moeten aangeven of de onroerende zaak verhuurd wordt of niet.

Cryptovaluta zouden een aparte categorie kunnen vormen. De belastingplichtige zal dit vermogensbestanddeel zelf moeten aangeven.

De staatssecretaris geeft aan dat bij een nadere uitwerking meer verfijningen onderzocht kunnen worden.

Forfaits anders berekenen

Er zijn drie mogelijke verfijningen onderzocht om bij de bepaling van de forfaits beter aan te sluiten bij het werkelijke rendement.

De eerste verfijning is om bij de berekening van de forfaits rekening te houden met kosten en huurinkomsten.

De tweede mogelijkheid is om vaker uit te gaan van een eenjarig forfait in plaats van een meerjarig forfait. Dat kan tot gevolg hebben dat het forfait bij sommige vermogensbestanddelen negatief kan worden. Bij een negatief forfait is een vorm van verliesverrekening nodig. Om die reden zou voor een aantal vermogenscategorieën toch een meerjarig forfait gehanteerd kunnen worden.

De derde verfijningsmogelijkheid is om de rendementspercentages lager dan het gemiddelde rendement vast te stellen. De staatssecretaris denkt dat het budgettaire effect hiervan niet kan worden opgevangen met een verhoging van het tarief.

Overige verfijningen

Als overige mogelijke verfijningen geeft de staatssecretaris aan de omzetting van het heffingvrije vermogen in een heffingvrij inkomen, het hanteren van meerdere peildata en de invoering van een tegenbewijsregeling.

Uitgewerkte variant

Op basis van de genoemde verfijningen is de volgende variant uitgewerkt. 

Categorie

Forfait

 Banktegoeden, inclusief aandeel spaargeld VvE en geld op derdenrekening

 Eenjarig

 Obligaties

 Meerjarig

 Woningen, verhuurd

 Idem, niet verhuurd

 Overige onroerende zaken, verhuurd

 Idem, niet verhuurd

 Huur eenjarig, waardeontwikkeling meerjarig forfait

 Contant geld

 Nihil

 Vorderingen

 Eenjarig

 Schulden voor onroerende zaken

 Eenjarig

 Overige schulden

 Eenjarig

 Kapitaalverzekeringen

 Meerjarig

 Rechten op periodieke uitkeringen

 Meerjarig

 Nettolijfrente en -pensioen

 Meerjarig

 Cryptovaluta

 Meerjarig

 Overige bezittingen, waaronder andere effecten dan obligaties

 Meerjarig

Daarbij gelden de volgende kanttekeningen:

  • De percentages worden vastgesteld uitgaande van het gemiddelde nettorendement, dus rekening houdend met kosten.
  • Bij vermogenscategorieën met een reële kans op negatieve gemiddelde rendementen in een belastingjaar worden meerjarige forfaits toegepast.
  • Het heffingvrije vermogen wordt omgezet in een heffingvrij inkomen.
Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2023-0000024885 | 08-02-2023

Comments are closed.

Recente berichten

  • Foutenleer redt vennootschap bij afwaardering lening aan dochtervennootschap
  • Inspecteur moet onduidelijk aangiftebiljet beter vormgeven
  • Rechtbank past toekomstige wetgeving toe bij berekening belastingrente
  • Geen bezwaar, geen rechtsherstel
  • Cryptohandel met trading bot is bron van inkomen

Recente reacties

    Archieven

    • juli 2025
    • juni 2025
    • mei 2025
    • april 2025
    • maart 2025
    • februari 2025
    • januari 2025
    • december 2024
    • november 2024
    • oktober 2024
    • september 2024
    • augustus 2024
    • juli 2024
    • juni 2024
    • mei 2024
    • april 2024
    • maart 2024
    • februari 2024
    • januari 2024
    • december 2023
    • november 2023
    • oktober 2023
    • september 2023
    • augustus 2023
    • juli 2023
    • juni 2023
    • mei 2023
    • april 2023
    • maart 2023
    • februari 2023
    • januari 2023
    • december 2022
    • november 2022
    • oktober 2022
    • september 2022
    • augustus 2022
    • juli 2022
    • juni 2022
    • mei 2022
    • april 2022
    • maart 2022
    • februari 2022
    • januari 2022
    • december 2021
    • november 2021
    • oktober 2021
    • september 2021
    • augustus 2021
    • juli 2021

    Categorieën

    • Agro
    • Algemeen
    • Arbeidsrecht
    • Autobelastingen
    • Belastingplan
    • Civiel recht
    • Civiel recht,Civiel recht
    • Corona update
    • Dividendbelasting
    • Douane en Accijnzen
    • Eindejaarsactualiteiten
    • Europese regelgeving
    • Formeel recht
    • Inkomstenbelasting
    • Internationaal
    • Invordering
    • Kantoornieuws
    • Loonbelasting
    • Omzetbelasting
    • Ondernemingsrecht
    • Ondernemingswinst
    • Onroerende zaken
    • Overdrachtsbelasting
    • Overige heffingen
    • Personeel
    • Prive
    • Schenken en erven
    • Sociale verzekeringen
    • Subsidies
    • Successiewet
    • Toeslagen
    • Vennootschapsbelasting

    Meta

    • Login
    • Berichten feed
    • Reacties feed
    • WordPress.org

    Finserad B.V.

    Bergweg 25 Phone: 030 693 2055 E-Mail: info@finserad.nl
    © 2017 Finserad · webdesign by van Lamoen